Het elektrificeren van je bedrijfswagenpark kan een grote stap zijn, die een uitdaging vormt op het gebied van verandermanagement. Hier zetten we enkele belangrijke overwegingen op een rijtje om de overgang te vergemakkelijken.
Met klimaatverandering hoog op de agenda hebben landen over de hele wereld zich gecommitteerd aan netto nul koolstofuitstoot en zijn ze op zoek naar wetgeving om hun doelstellingen te halen.
Met een aandeel van 10% in de wereldwijde uitstoot is het gemakkelijk te begrijpen waarom het wegvervoer een belangrijk aandachtspunt is geworden. Volgens de Verenigde Naties stijgt de uitstoot van deze sector “sneller dan die van welke andere sector ook”.
De richting die wordt ingeslagen is positief. De elektrificatie van het vervoer komt in een stroomversnelling nu voertuigfabrikanten hun batterijtechnologieën verbeteren en een ruimere keuze op de markt brengen. Ook de bedrijfswereld in het algemeen krijgt steeds meer de opdracht groene wagenparkstrategieën uit te werken.
De voordelen van e-mobiliteit voor het bedrijfsleven zijn duidelijk: elektrische voertuigen voor wagenparken (EV’s) kunnen leiden tot lagere exploitatie-, operationele en onderhoudskosten.
Om deze voordelen te realiseren, is echter een best practice-aanpak voor de inzet van EV’s nodig.
De overstap naar een elektrisch wagenpark moet worden gezien als een project voor veranderingsmanagement, waarbij zorgvuldige planning vereist is om ervoor te zorgen dat de verstoring van de bedrijfsvoering tot een minimum wordt beperkt en de kostenbesparingen worden gemaximaliseerd.
De vloot herziening
Een belangrijke eerste stap op deze weg is een vlootanalyse waarbij wordt nagegaan of het gemiddelde aantal afgelegde kilometers van werknemers en de typische ritten die in traditionele ICE-voertuigen (met verbrandingsmotor) worden afgelegd, kunnen worden uitgevoerd in EV-equivalenten. Het is van het grootste belang om over de juiste bedrijfsinformatie te beschikken. Die ondersteunen en vereenvoudigen de haalbaarheidsstudie.
In dit vroege stadium moet ook aandacht worden besteed aan de oplaadinfrastructuur en de beschikbaarheid daarvan, met inbegrip van de omvang van de plaatselijke openbare voorziening, de mogelijkheid om oplaadpunten te installeren bij de bestuurders thuis, de vraag of er oplaadpunten nodig zijn op bedrijfsterreinen, hoeveel oplaadpunten er nodig zijn en in welke mate ze kunnen worden geïnstalleerd.
Keuzelijsten opnieuw bekijken
Het samenstellen van wagenparkkeuzelijsten op basis van leasekosten kan een onjuiste voorstelling geven van de positie van EV’s in autoklassen.
Hoewel het prijsverschil tussen elektrische voertuigen en hun op verbrandingsmotoren aangedreven tegenhangers kleiner wordt naarmate de technologie voortschrijdt, blijven EV’s in de meeste gevallen duurder om te leasen of vooraf aan te kopen.
Ze profiteren echter wel van lagere gebruikskosten, met lagere kosten per kilometer dankzij de elektrische aandrijflijn, en lagere onderhoudskosten door minder bewegende onderdelen.
Dit betekent dat TCO (Total Cost of Ownership) kan altijd lager zijn, wanneer al deze kosten, met inbegrip van LEZ-kosten, worden beschouwd.
Bijgevolg kan het opstellen van keuzelijsten op basis van voertuig TCO ervoor zorgen elektrische modellen nauwkeuriger zijn gecategoriseerd, en toegankelijker zijn voor een breder aantal werknemers.
Oplaadkwesties
Naast de overwegingen inzake opladen die tijdens de vlootherziening zijn gemaakt, moet ook een meer diepgaande oplaadstrategie worden ingevoerd om de energiekosten en de verstoring van het bedrijf tot een minimum te beperken en tegelijk de dagelijkse prestaties, werking en productiviteit van de EV-vloot te optimaliseren.
Dit moet maatregelen omvatten die kosteneffectieve laadpraktijken aanmoedigen, zoals maatregelen om ervoor te zorgen dat wordt geladen wanneer de energietarieven het gunstigst zijn.
Ook hier kan toegang tot relevante vlootgegevens een cruciale rol spelen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat het niet nodig is de voertuigen volledig opgeladen te houden en informatie over de routes van de voertuigen, het gebruik, de beschikbaarheid van oplaadpunten en de vraag van de klanten zal helpen om de optimale oplaadniveaus en vereiste oplaadintervallen te bepalen.
Informatie waarmee de kWh-per-km-efficiëntie van vlootvoertuigen kan worden vergeleken, helpt inefficiënties aan het licht te brengen, initiatieven voor chauffeurstraining te sturen en de actieradius te maximaliseren.
Softwareoplossingen die het management toegang geven tot realtime batterijniveaus, resterende rijbereiken en laadstatussen kunnen ook nuttig zijn.
Vlootbeleid onder de loep
Een overstap naar EV’s zal waarschijnlijk geen volledige herschrijving van het vlootbeleid vereisen. De verschillen moeten echter wel worden erkend en de documentatie moet waar nodig worden herzien.
Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de terugbetaling van brandstof en elektriciteit. Hier moet de invoering van nieuwe processen worden geëvalueerd, hetzij per kilometer, hetzij per kWh, waarbij slimme, geautomatiseerde systemen de complexiteit en de administratieve last van de omgang met verschillende soorten brandstof kunnen verlichten.
Elders kunnen andere overwegingen betrekking hebben op wijzigingen in het gebruik van elektrische poolwagens – die misschien niet geschikt zijn voor lange zakenreizen – samen met oplaadpraktijken en -procedures, inclusief regels voor het gebruik van oplaadpunten in bedrijven.
Werknemers moeten op de hoogte worden gebracht van al deze beleidswijzigingen.
Ondersteuning van de bestuurder
Soms zijn bestuurders angstig of resistent tegen verandering, omdat de overstap naar een EV een stap in het onbekende betekent.
Daarom moeten ze in elke fase van het proces op de hoogte worden gebracht van de veranderingen die je doorvoert. Door regelmatig met hen te communiceren, de plannen uit te leggen en de voordelen van het rijden met een EV te schetsen, kan een soepeler overgang worden bereikt.
Voor leaseparken kan de overstap naar EV bij de vernieuwing van het wagenpark het gemakkelijker maken om het wagenpark uit te rollen en om kleine groepen bestuurders tegelijk te ondersteunen en op te leiden. Processen voor het vergoeden van de laadkosten van bestuurders, samen met laad- en oplaadprotocollen op kantoorlocaties, moeten duidelijk worden gecommuniceerd.
Er moet ook worden gezorgd voor een grondig opleidingsprogramma voor bestuurders om hen de vaardigheden bij te brengen die ze nodig hebben om hun nieuwe voertuig zo veilig en efficiënt mogelijk te besturen en te bedienen.
Wil je graag meer weten over dit onderwerp? Contacteer ons dan via de algemene mailbox of stuur een mail naar Farrah Pedrido, Sales Manager TraXall Belgium.
Dit artikel verscheen eerst op de website van TraXall International